Voor de afvoer van turf uit de Boornbergumer Petten (omgeving De Krite) werd reeds in 1830 een verbindingssloot (Moordsloot) gegraven tussen It Krûme Gat (grensriviertje tussen de grietenij Smallingerland en Opsterland) en het Ald Djip (Koningsdiep). De Meadsleat was dus een brede sloot door de kale uitgestrekte Beetster Hooilanden.
Over de Meadsleat werd de turf naar en over het riviertje het Koningsdiep verder de provincie in vervoerd. Er was nog geen verbinding gegraven met de Nije Feart (Nieuwe Vaart), die in 1852 werd gegraven.
Pas in 1870 maakte het nieuwe Polderbestuur plannen tot de aanleg van het Beetster Kanaal (Polderhoofdkanaal), dat een verbinding moest vormen met het buitenwater (boezemwater) It Grytmansrak.
Door het uitgraven van de veengrond (klyn), die werd verkocht door vier veenbazen, ontstond het Beetster Kanaal (Polderhoofdkanaal).
In april 1872 werden twee nieuwe draaibruggen en twee nieuwe Polderhuizen (brugwachterwoning) bij de Veenhoop (dat toen nog niet bestond) en bij de Prikkewei (zie foto) gebouwd.
Van een vlotte afvoer van de turf naar het Ald Djip over de Meadsleat, was echter nog geen sprake, omdat de Straatweg (D.N.-weg) een waterkering was en dus een dam vormde in het vaarwater. Alle turven uit de turfbokken en turfschepen moesten bij deze dam worden overgeladen, waardoor hier een overslagplaats ontstond. Op deze locatie werd dan ook een café gebouwd (huidig café De Brêge).
In 1874 werd de verbinding gegraven van de Meadsleat met de Nije Feart. Over deze nieuwe verbinding werd een nieuwe houten draaibrug aangelegd en het derde nieuwe Polderhuis (brugwachterwoning) werd gebouwd.
Het nieuwe Polderhoofdkanaal, dat in een paar jaar was aangelegd, was voor de veenbazen een grote verbetering voor de vlotte afvoer van de turf.
Bronnen
– ‘It Begjin, 125 jier Nij Beets, O.G. Dijkstra
– ‘Opstand in de turf’, Kerst Huisman, Leeuwarden.
– Foto’s: archief It Damshûs, beetsonline.nl
Vorige: Het ontstaan van de “Ald polder” (Huidige Janssenstichting)